“Bevordering van steun, in welke vorm dan ook, aan Christenen die om des geloofs willen in financieel of sociaal opzicht in kommervolle omstandigheden verkeren. Het bij confrontatie met de nood van de mensheid zoveel mogelijk diaconale- en pastorale hulp bieden, zowel in materieel als geestelijk opzicht; dit alles in overeenstemming met het gebod tot naastenliefde. Het verspreiden van Christelijke lectuur en andere ondersteuningsmateriaal tot opbouw en verspreiding van het Christendom, met name in die landen waar Christenen en hun organisaties bloot staan aan vervolging en achterstelling.”